Architecten en kunstenaars

Tijdens de bouw van het ss Rotterdam werkten de architecten nauw samen met vele kunstenaars. Hier volgt een overzicht van de architecten, met vermelding van de kunstenaars met wie zij hebben samengewerkt.

J. van Bommel, architect
Jan van Bommel ontwierp het Café de la Paix voor de toeristenklasse op het Promenade deck. Ook ontwierp hij de daarvoor gelegen foyer en het achterste trappenhuis. Voor de kunst in Café de la Paix werkte hij samen met de kunstenaars Matthieu Ficheroux, Piet Bongers en A. Brenet. In 1968 is het Café de la Paix verbouwd tot Lidorestaurant. Ook de daarachter gelegen veranda en de daarvoor gelegen foyer en het achterste trappenhuis zijn niet meer in originele staat.

C. Elffers, architect 1898-1987
Cornelis Elffers was medeontwerper van drie beeldbepalende bankgebouwen aan Blaak 28, 34 en 40 in Rotterdam. Hij ontwierp op het ss Rotterdam het Auditorium, dat vooraan op het Promenade deck is gelegen. Het auditorium was met 600 plaatsen in 1959 het grootste dat ooit op een schip was gebouwd. Het is een multifunctionele ruimte, die nog altijd als zodanig wordt gebruikt. Zijn broer Dick Elffers ontwierp het keramisch kunstwerk Het Leven, dat is gemaakt door de Porceleyne Fles in Delft. Frank Nix ontwierp voor op het altaar twee kunstwerken: Jezus bedaart de storm en De wonderbaarlijke visvangst, die nu hangen in de Captains lounge op het Main deck. De wandbekleding van textielbehang is ontworpen door de kunstenaar Jan van den Bergh. In de foyer achter het balkon van het auditorium op het Upper-Promenade deck hangen twee bronzen reliëfs van Peter Roovers.

C.J. Engelen, hoofdarchitect van de Holland-Amerika Lijn
Engelen werkte oorspronkelijk bij het bekende architectenbureau Brinkman & Van der Vlugt. Na zijn overstap naar de HAL was hij verantwoordelijk voor het ontwerpteam tijdens de bouw van het ss Rotterdam. Zelf ontwierp hij hutten, de kinderspeelkamer op het Boat deck en de Atlantic Promenade. Het kunstwerk Droomstad in de kinderkamer werd gemaakt door de kunstenaar Willem Akkermans, die ook tekende voor de hobbelpaarden. Droomstad hangt nu in de foyer tussen de Club Room en het Lido Grill-restaurant. Voor 11 kunstwerken in hutten werkte Engelen samen met de volgende kunstenaars: Willem Akkermans, Herman Bieling, Pieter Bongers, Ger van Iersel, Toon Koster en Adriaan van der Weijden. Willem Akkermans maakte ook een kunstwerk voor de officieren messroom en diverse decoratieve panelen in de Atlantic promenade.

H.A. Maaskant, architect (1907-1977)
Huig Aart Maaskant had na 1945 een belangrijk aandeel in de wederopbouw en uitbreiding van Rotterdam. Bekende creaties van zijn hand zijn het Groothandelsgebouw (1949), de Citrusveiling (1951) de flats aan de Lijnbaan (1954), Scholencomplex Technikon (1955) en het Poortgebouw Müller-Thomsen (1960). In Amsterdam ontwierp hij het Hilton hotel, in Etten-Leur de Tomadofabriek en hij was ook verantwoordelijk voor de Pier in Scheveningen. Het in 1957 door hem opgerichte architectenbureau ontwierp onder andere de Euromast. Aan boord van het ss Rotterdam staat het binnenzwembad op zijn naam. Waarschijnlijk heeft zijn medewerker Wim van der Weerd het ontwerp voor zijn rekening genomen, inclusief de twee kunstwerken: de vissen in de vloer van het zwembad en het kunstwerk Diepzee flora en fauna tegen de voorwand. Jan Rot uit Delft maakte het kunstwerk tegen de voorwand van aluminium. Dit kunstwerk ging voor een deel verloren. Een replica daarvan is door onze vrijwilliger Jan Fahner gemaakt van mdf-plaat. De wandtegels van reflet metallique en de vissen in de bodem van het zwembad zijn gemaakt door De Porceleyne Fles in Delft.

H.P. Mutters V, interieurarchitect en -bouwer
Vijf generaties H.P. Mutters hebben hun stempel gezet op de inrichting van gebouwen en schepen. Het bedrijf begon als een meubelzaak in Den Haag. In de negentiende eeuw reeds vervaardigde Mutters vertrekken in onder meer de Paleizen Noordeinde en Het Loo. Vanaf 1888 bouwde Mutters regelmatig mee aan de schepen van de Holland-Amerika Lijn en van de Rotterdamsche Lloyd. In opdracht van laatstgenoemde rederij was Mutters de hoofdinterieurarchitect van het m.s. Baloeran (1930-1943). Op het s.s. Rotterdam V ontwierp en bouwde Mutters de Queens Lounge en Ocean Bar die beide op het Promenade deck zijn gelegen. Beide ruimten bevinden zich nog in nagenoeg originele staat. Voor de Queens Lounge ontwierp Petronella Mutters-Roth een wandkleed. Haar broer Bram Roth maakte in een balustrade acht beeldjes die kinderspelen voorstellen. Voor de Ocean Bar ontwierp Petronella een decoratie op de kastjes achter de bar. Aart van den IJssel maakte het kunstwerk Zee-insecten tegen de achterwand van de Ocean Bar.

J. Schuil, architect
Joost Schuil werd geboren in Rotterdam en volgde zijn studie aan de Academie des Beaux Arts en de Ecole Moderne in Genève. Praktijkervaring deed hij op in Genève, Parijs en bij Mutters in Den Haag. In 1936 kreeg hij een prijs voor zijn ontwerp voor het restaurant in het gebouw van de Volkenbond in Genève. In Rotterdam was hij samen met E.A.M. Schoenau directeur van Mutero N.V. Interieurarchitectuur.

Zijn eerste ervaring met het interieur van passagiersschepen was op het s.s. Nieuw Amsterdam II, waar hij in 1951 samen met Van Tienhoven de Grand Hall verbouwde. Hij ontwierp ook verschillende interieurs op het s.s. Maasdam IV (1952) en op het s.s. Statendam IV (1957). Voor het s.s. Rotterdam ontwierp hij op het Upper-Promenade deck de prachtige Ritz-Carlton zaal, die tegenwoordig Grand Ballroom heet. De zaal is twee dekken hoog met balkon op het Boatdeck. De kunstenaar Cuno van den Steene maakte de omvangrijke wandschildering Egeïsche Zee. De gebroeders Jan Eloy en Leo Brom uit Utrecht leverden diverse bronzen kunstwerken (dansvloer, klok en balustrade). In de balustrade van het balkon zijn geëmailleerde vissen verwerkt die zijn gemaakt door Louis Dusee. De Ritz-Carlton is in bijna originele staat bewaard gebleven.

Ook ontwierp Mutero de bibliotheken voor de eerste en tweede klas passagiers en de Sun- en Skyroom. Voor de eerste klasse bibliotheek op het Upper-Promenade deck maakten de kunstenaars Nel Klaassen en Jaap Bouhuys de wandschildering Thuiskomst na de visvangst. Naar het ontwerp van Mutero bouwde Mutters de toeristenklasse bibliotheek op het Promenade deck. Kunstenaar Frank Nix heeft voor deze bibliotheek een decoratief paneel ontworpen dat een impressie geeft van “de Wereld”, uitgevoerd in Zagravos-techniek (gravure in op hout aangebracht gips, waarvan de bovenste laag in kleur is uitgevoerd). De bibliotheek is geheel verloren gegaan en verbouwd tot een toiletruimte en pantry. In de Skyroom bevindt zich het kunstwerk Het Zonneschip van Willem Akkermans. De kunstenaar Teus van den Berg maakte voor in de Sunroom enkele kunstwerken die niet meer aanwezig zijn.

J.F.A. Semey, binnenhuisarchitect en kunstenaar (1891-1973)
Jacques Semey werd geboren te Gent, waar hij zijn tekenopleiding kreeg. Zijn expertise was textiele kunstnijverheid. In 1918 kwam hij naar Nederland en werkte hij bij E.Cuypers (1859-1927), neef en leerling van architect P.J.H. Cuypers (1827-1921). Via de Nederlandse Kunstweefschool in Den Haag kwam hij in contact met C.A. Lion Cachet die veel interieurs ontwierp voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland. Semey vestigde zich in Den Haag als zelfstandig nijverheidskunstenaar, waar hij onder meer wandtapijten weefde voor Lion Cachet. In Den Haag werkte hij nauw samen met de Koninklijke Nederlandse Meubelfabrieken H.P. Mutters & Zoon. Hij werkte mee aan onder meer het toenmalige vlaggenschip van de Rotterdamse Lloyd, het m.s. Baloeran (1930-1943). Semey maakte ook kunstwerken voor het Haagse Vredespaleis, het Amsterdamse Koloniaal Instituut, Hotel l’Europe en de Nederlandse Handelmaatschappij. Daarnaast werkte hij samen met meubelfabriek Pander, onder meer voor de inrichting van vertrekken van vliegveld Ypenburg.

In de dertiger jaren kreeg hij opdracht van de Holland-Amerika Lijn voor de inrichting van eetzalen aan boord van het s.s. Nieuw Amsterdam II (1938-1974). In de vijftiger jaren betrok de toenmalige directeur van de HAL, W.H. de Monchy, hem nauw bij de inrichting van het s.s. Rotterdam. Hij belastte hem onder andere met de inrichting van de op het Promenade deck gelegen rooksalon voor de toeristenklasse met de naam Club Room. De inrichting van de Club Room is als een van de laatste voorbeelden van de samenwerking tussen Semey en Pander voor een belangrijk deel bewaard gebleven. De vier wandtapijten in de hoeken van de Club Room zijn door Weverij De Uil van Joke Haverkorn van Rijsewijk gemaakt naar ontwerpen van Gisèle van Waterschoot van der Gracht. Het perenhouten haardstuk ‘Lof der Zotheid’ is gemaakt door Herbert Semey, zoon van de architect. De zaal is nu in gebruik als restaurant.

J.A. van Tienhoven, interieurarchitect en kunstenaar (1907-1971)
Han van Tienhoven werkte voor vele Nederlandse rederijen, waaronder de HAL. Voor deze rederij ontwierp hij interieurs voor de Ryndam II (1951), Maasdam IV (1952), Statendam IV (1957) en Rotterdam V (1959). Zijn carrière in het ontwerpen van scheepsinrichtingen begon in de jaren dertig, toen hij met succes meedeed aan een door de Stoomvaart Maatschappij Nederland uitgeschreven prijsvraag voor het ontwerp van een rooksalon op het m.s. Johan van Oldenbarnevelt. In 1936 kreeg hij opdracht het m.s. Oranje in te richten. Na 1945 steeg Van Tienhovens ster tot grote hoogte: tot 1970 zou hij voor niet minder dan 250 scheepsinterieurs bepalend zijn. Hij ontwierp niet alleen voor vele Nederlandse rederijen, maar ook voor bijvoorbeeld de Noorwegen Amerika Lijn. Van al die scheepsinterieurs bestaan alleen de ruimten op het s.s. Rotterdam nog: de Ambassador Room, het centrale trappenhuis en de beide eetzalen Odyssee en La Fontaine. Op de wal is de Kompaszaal in het voormalige vertrek- en aankomstgebouw van de KNSM in Amsterdam een prachtig voorbeeld van zijn creaties.

Vele generaties zeelui en passagiers bewogen zich in ruimtes die ontworpen waren naar zijn ideeën. Van Tienhoven’s benadering was, dat je je in de eerste plaats prettig moet voelen op een schip. De inrichting moet functioneel zijn, luxueus, maar niet tentoonstellingachtig. Een scheepsinterieur moet de internationale smaak bevredigen en passen bij de bestemming van het schip: een schip voor de tropen moet een geheel ander karakter hebben dan een schip voor de Noord-Atlantische route. Voor de sobere inrichting van de hutten had hij een duidelijke verklaring: “wanneer een hotelkamer is ingericht met een douche, een bed én een sofa, neemt de gast liever een fles whisky mee naar zijn kamer dan dat hij plaatsneemt in het restaurant. Aan boord van een schip komt daar nog bij dat wanneer alle passagiers in de hut blijven zitten, het bedieningsprobleem onoplosbaar wordt. Vanuit economisch inzicht mag een hut daarom niet té comfortabel zijn!” Van Tienhoven was vooral een liefhebber van het ontwerpen van meubels. Deze moesten goed te onderhouden zijn. Hij was een meester in het verwerken van moderne materialen als plastic, kunstleer, vinyl, fineer en geanodiseerd aluminium. Hij werkte samen met de kunstenaars Willem Akkermans (glaswand in het centrale trappenhuis), Huub Hierck en Christa van Santen (twee wandschilderingen in de Ambassador Room), Nico Nagler (ceramische panelen in de eetzalen Odyssee en La Fontaine), Kees van Roemburg (vier metalen kunstwerken in de zijvleugels van de La Fontaine), Dick ten Hoedt (twee metalen kunstwerken tussen La Fontaine en de toenmalige grillroom), Frans Hazeveld (decoraties in de toenmalige grillroom in de Odyssee) en Geurt Brinkgreve (acht bronzen beeldjes in het centrale trappenhuis).

C.L.W. Wirtz (1916-2002), architect
Carel Wirtz ontwierp in de jaren zestig en zeventig vooral veel interieurs van bioscopen en theaters, waaronder het oude Luxor theater in Rotterdam. Ook ontwierp hij Kriterion in Amsterdam en de foyer van De Doelen in Rotterdam. Op het s.s. Statendam IV (1957) ontwierp hij de eerste klas eetzaal. Deze zaal werd in 1971 tijdens een grootscheepse verbouwing van het schip vervangen door hutten. Voor het ss Rotterdam ontwierp hij de eerste klas Smoking Room op het Upper-Promenade deck. Karakteristiek aan deze zaal is de V-vorm die terugkomt in het plafond en de achterwand. Bijzonder zijn de aan beide zijden van de zaal geplaatste banken, waarvan de rugleuningen omklapbaar zijn. Hij ontwierp ook de Tropic Bar, de Cardroom en de daarnaast gelegen Forecourt. Tegen de glaswand tussen Forecourt en Smoking Room ontwierp hij samen met dhr. Wyvern een frame met in perspex gegoten dieren. Voor de decoraties van Smoking Room (loodveterintarsia’s op de dienmeubelen) en Tropic Bar (wandschildering Tropische Nachten) werkte hij samen met de Rotterdamse kunstenaar Wally Elenbaas. Everdine Schuurman-Henny ontwierp het bronzen rokerstafereel dat is geplaatst tegen de v-vormige achterwand van de Smoking Room.