Kort na de aankomst van de Rotterdam in augustus jl. stelde het Kamerlid Jansen (SP) vragen aan minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie over de financiële gevolgen van de voorfinanciering door Woonbron van de investeringen in het passagiersschip s.s. Rotterdam (Kamerstukken II 2007/08, vragen 2070826870). Martien Kromwijk van Woonbron gaf in een interview in Binnenlands Bestuur van 8 augustus jl. aan “We gaan ons belang in dit schip afbouwen naar twintig procent”.
Op 2 september jl. ontving de Kamer de beantwoording van de minister, die onder meer schrijft: “Op dit moment is Woonbron via de 100% dochter «De Rederij B.V.» de enige investeerder en financier. Woonbron draagt tijdens deze fase van voorfinanciering 100% van de ontwikkelings- en exploitatierisico’s. Woonbron heeft al eerder aangegeven na de ontwikkelfase slechts proportioneel aan haar kerntaken eigenaar te willen zijn. Dus de dochteronderneming van Woonbron, De Rederij waarin het schip is ondergebracht, zal nu ook
– deels – een andere eigenaar moeten krijgen. Het aandeel van Woonbron in De Rederij zal worden afgestemd op de volkshuisvestelijke activiteiten en zal daarom naar verwachting uiteindelijk maximaal 20% bedragen. Het exacte percentage moet nog worden vastgesteld op basis van de definitieve invulling van de exploitatie van de ss Rotterdam (Kamerstukken II 2007/08, Aanhangsel 3444).
Bij haar brief van 28 oktober jl. heeft de minister op verzoek van de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie van de Tweede Kamer twee brieven en een onderzoeksrapport van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) vertrouwelijk bij de Tweede Kamer ter inzage gelegd. Na het lezen van de rapporten heeft het Kamerlid Jansen (SP) op 30 oktober jl. gemeld met spoed een debat te hebben aangevraagd om de minister te ondervragen over haar betrokkenheid bij het project. Jansen erkent weliswaar dat sprake is van cultureel erfgoed, maar vindt dat het behouden daarvan geen taak is van een woningcorporatie en dat Woonbron het risico loopt de volledige lasten te moeten blijven dragen als zich geen mede-investeerders aandienen. Op 30 oktober heeft minister Vogelaar de Kamer laten weten dat Woonbron verzuimd heeft formeel instemming te vragen met het project en dat onvoldoende duidelijk is gemaakt of de omvang van de investering wel strookte met de kerntaken van de corporatie. Volgens minister Vogelaar heeft Woonbron na een kritisch rapport van onderzoeksbureau Deloitte de juiste maatregelen genomen (bron: NRC Handelsblad 311008).
> Klik hier voor de reactie van Woonbron.